Uitspraak in het Plat: /dɔu̯tlɛɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Doot·leg·ger
Pluralis: Doot­leg­gers m de Doot­leg­ger
[1]
perifere woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: doot + leggen + -er