Uitspraak in het Plat: /knyːdəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: knü·de·lig
knüdeliger knüdeligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
tohoopdrückt mit Folen
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: knüdeln + -ig