Uitspraak in het Plat: /ɡantɐhals/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Gan·ter·hals
Pluralis: Gan­ter­häls m de Gan­ter­hals Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Gan­ter­hal­sen m de Gan­ter­hals Noord-Nedersaksisch
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
mechaansch Reedschop
Nederlands:
Engels:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ganter + Hals