Uitspraak in het Plat: /ɛɪ̯vɐbɔ͡ɐç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: E·ver·borg
Pluralis: E­ver­bor­gen m de E­ver­borg
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ever + Borg