Uitspraak in het Plat: /fuːtəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: fu·te·rig
futeriger futerigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: futern + -ig