Uitspraak in het Plat: /fɪlmpɾiːz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Film·pries
Pluralis: Film­prie­sen m de Film­pries
[1]
perifere woordenschat
TV
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Film hett allerhand Filmpriesen wunnen.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Film + Pries