Uitspraak in het Plat: /tiːɡɐkɔp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ti·ger·kopp
Pluralis: Ti­ger­köpp m de Ti­ger­kopp
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Tiger + Kopp