Uitspraak in het Plat: /pɔlvɪçəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Poll·wi·chel
Pluralis: Poll­wi­cheln f de Poll­wi­chel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Poll + Wichel