Fohrbahn
in het Nedersaksisch
Nieuwe vertaling voorstellen
Uitspraak:
/ˈfɔː͡ɐˌbɔːn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Fohr·bahn
Plural:
Fohrbahnen
f
de Fohrbahn
[1]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
enkelt
Fohrstriepen
von
en
Straat
Duits:
=
Fahrbahn
Etymologie:
Sett sik tohoop ut:
fohren
+
Bahn
rijmwoorden
zoeken:
Taal anderen op:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend aanderen