Uitspraak in het Plat: /pɔːtviːˑ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Paat·wied
Pluralis: Paat­wie­den f de Paat­wied
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: paten + Wied