Uitspraak in het Plat: /bɛɪ̯stɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: bees·tig
beestiger beestigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Beest + -ig