Uitspraak in het Plat: /ɡnɛːtɐstɛɪ̯n/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Gne·ter·steen
Pluralis: Gne­ter­steen m de Gne­ter­steen
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Gneter + Steen