Uitspraak in het Plat: /dʊlhɔːɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: dull·ho·rig
dullhoriger dullhorigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: dull + Hoor + -ig