Uitspraak in het Plat: /tɾɪçiːˑn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tri·chien
Pluralis: Tri­chie­nen f de Tri­chien
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Mikroorganismus
Nederlands:
Engels:
Duits: