Uitspraak in het Plat: /bɛɪ̯dəlmœnk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Be·del·mönk
Pluralis: Be­del­mönken m de Be­del­mönk
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: bedeln + Mönk