zelfstandig naamwoord
Afbreking: Elv·butt
Pluralis: Elv­bütt m de Elv­butt
[1]
perifere woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
bot
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Elv + Butt