Uitspraak in het Plat: /tuːnʒɛkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tuun·jä·cker
Pluralis: Tuun­jä­ckers m de Tuun­jä­cker
[1]
perifere woordenschat
biologische species
Voorbeelden:
De Tuunjäcker leggt dree bet fiev Eier.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Tuun + jäckern