Uitspraak in het Plat: /mɔːtʃɔpɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Maat·schop·pee
Pluralis: Maat­schop­pe­en f de Maat­schop­pee
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Maatschop + -ee