Uitspraak in het Plat: /tvʏʃn̩dɛk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Twü·schen·deck
Pluralis: Twü­schen­de­cks n dat Twü­schen­deck
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Deck bi’t Schipp, dat nich dörgahnd is
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: twüschen + Deck