Uitspraak in het Plat: /fɪsəlɾɛɪ̯ɡn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fis·sel·re·gen
Niet gebruikt het pluralis m de Fis­sel­re­gen
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: fisseln + Regen