Uitspraak in het Plat: /ɔːvɐdɔːɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: a·ver·do·rig
averdoriger averdorigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: aver + -ig