Uitspraak in het Plat: /ɡɛɪ̯lɡɔu̯z/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Geel·goos
Pluralis: Geel­göös f de Geel­goos
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: geel + Goos