Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Pastoorhuus
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/pastɔu̯ɾhuːz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Pas·toor·huus
Pluralis:
Pastoorhüüs
n
dat Pastoorhuus
Noord-Nedersaksisch
,
Pommersch
Pluralis:
Pastoorhüser
n
dat Pastoorhuus
Westfaals
,
Noord-Nedersaksisch
,
Oostfaals
,
Märkisch
,
Pommersch
Pluralis:
Pastoorhusen
n
dat Pastoorhuus
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Pastoorhuus”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Oost-Mecklenburg:
Carl Friedrich Müller:
Reuter-Lexikon.
Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 96
PDF, 5,1 MB
Nedersaksisch:
Huus
von
’n
Pastoor
Duits:
Pastorenhaus
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Pastoor
+
Huus
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.