Uitspraak in het Plat: /ʃɔu̯zɔːl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schoh·sahl
Pluralis: Schoh­sah­len f de Schoh­sahl
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Schoh + Sahl