Uitspraak in het Plat: /zɛɪ̯kant/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: See·kant
Pluralis: See­kan­ten f de See­kant
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: See + Kant