Uitspraak in het Plat: /sluːzɔu̯ɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: sluus·oh·rig
sluusohriger sluusohrigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Sluusohr + -ig