Uitspraak in het Plat: /blɛspɛː͡ɐt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bless·peerd
Pluralis: Bless­peer n dat Bless­peerd
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Bless + Peerd