Uitspraak in het Plat: /ʊnzøˑy̯t/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: un·sööt
unsöter unsöötst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
nich angenehm
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: un- + sööt