Uitspraak in het Plat: /kɔu̯tɪt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Koh·titt
Pluralis: Koh­tit­ten m de Koh­titt Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Koh­tit­ten f de Koh­titt
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
of a cow
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Koh + Titt