Uitspraak in het Plat: /ɔu̯lənbɔ͡ɐɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: O·len·bor·ger
Pluralis: O­len­bor­gers m de O­len­bor­ger
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Olenborg + -er