Uitspraak in het Plat: /blɛnkəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: blän·ke·rig
blänkeriger blänkerigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: blänkern + -ig