Uitspraak in het Plat: /ɡɛjaxtɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ge·jach·ter
Niet gebruikt het pluralis n dat Ge­jach­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ge- + jachtern