Uitspraak in het Plat: /ɔsn̩kalf/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Os·sen·kalf
Pluralis: Os­sen­kal­ver n dat Os­sen­kalf Friesen-groep, West-groep, Westfaals, Mecklenburgisch, Pommersch
Pluralis: Os­sen­käl­ver n dat Os­sen­kalf Westfaals, Märkisch
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Kalf
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Oss + Kalf