Uitspraak in het Plat: /viːvɐfɔlk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wie·ver·volk
Niet gebruikt het pluralis n dat Wie­ver­volk
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wief + Volk