Uitspraak in het Plat: /dɔː͡ɐvɛç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Door·weg
Pluralis: Door­weeg n dat Door­weg
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:
Tor

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Door + Weg