Uitspraak in het Plat: /dɪʃʃuːˑf/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Disch·schuuv
Pluralis: Di­sch­schu­ven f de Di­sch­schuuv
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Disch + Schuuv