Uitspraak in het Plat: /ɔu̯ɾt͡sdɔːlɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Oorts·da·ler
Pluralis: Oorts­da­lers m de Oorts­da­ler
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Oort + Daler