Uitspraak in het Plat: /huːzkɔpəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Huus·kop·pel
Pluralis: Huus­kop­pels f de Huus­kop­pel
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Huus + Koppel