Uitspraak in het Plat: /platʃʏfl̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Platt·schüf·fel
Pluralis: Platt­schüf­feln f de Platt­schüf­fel
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: platt + Schüffel