zelfstandig naamwoord
Afbreking: Half·ass
Pluralis: Half­as­sen f de Half­ass
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Afstand von’n Middelpunkt von en Ellips na de Schetelpunkte
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: half + Ass