Uitspraak in het Plat: /fɾɛɪ̯stɔːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Free·staat
Pluralis: Free­sta­ten m de Free­staat
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Bayern nöömt sik sülven en Freestaat.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: free + Staat