Muursteen
in het Nedersaksisch
Nieuwe vertaling voorstellen
Uitspraak:
/ˈmuː͡ɐˌstɛːn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Muur·steen
Plural:
Muursteen
m
de Muursteen
[1]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Steen
von
en
Muur
Duits:
=
Mauerstein
Etymologie:
Sett sik tohoop ut:
Muur
+
Steen
Samensteld woorden:
Achtermuursteen
Vörmuursteen
rijmwoorden
Het woord kann ook in deze nauw verwante vormen voorkomen:
Müürsteen
zoeken:
Taal anderen op:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend aanderen