Uitspraak in het Plat: /kvʊbəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: quub·be·lig
quubbeliger quubbeligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Quubbel + -ig