Uitspraak in het Plat: /fɾœstəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: frös·te·rig
frösteriger frösterigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Fröst + -ig