Uitspraak in het Plat: /dɾiːtəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: drie·te·rig
drieteriger drieterigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: drieten + -ig