Uitspraak in het Plat: /ma͡ɐmlɔːˑ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Marm·laad
Pluralis: Marm­la­den f de Marm­laad
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
jam
Engels:
jam
Duits:
Voorbeelden: