Uitspraak in het Plat: /fəɾkladɐn/
werkwoord
Afbreking: ver·klad·dern
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
He hett all sien Geld verkladdert.

Werkwoordvormen:

infinitief:
ver­klad­dern
voltooid deelwoord:
ver­klad­dert
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik ver­klad­der
du ver­klad­derst
he/se/dat ver­klad­dert
wi ver­klad­dert
ji ver­klad­dert
se ver­klad­dert
verleden:
ik ver­klad­der
du ver­klad­derst
he/se/dat ver­klad­der
wi ver­klad­dern
ji ver­klad­dern
se ver­klad­dern
voltooid:
ik heff ver­klad­dert
du hest ver­klad­dert
he/se/dat hett ver­klad­dert
wi hebbt ver­klad­dert
ji hebbt ver­klad­dert
se hebbt ver­klad­dert
conjunctief:
ik ver­klad­der
du ver­klad­derst
he/se/dat ver­klad­der
wi ver­klad­dern
ji ver­klad­dern
se ver­klad­dern
imperatief:
ver­klad­der!
ver­klad­dert!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ver- + kladdern