zelfstandig naamwoord
Afbreking: Melk·mann
Pluralis: Melk­mann­s­lüüd m de Melk­mann Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch, Mecklenburgisch, Pruisisch
Pluralis: Melk­mann­lüüd m de Melk­mann Friesen-groep
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Melk + Mann