Uitspraak in het Plat: /afvamzn̩/
werkwoord
Afbreking: af·wam·sen
[1]
kaart kaart tonen
perifere woordenschat
actief
Nedersaksisch:
verschächten
Duits:
verprügeln
Voorbeelden:
Den hebbt wi düchtig afwamst.

Werkwoordvormen:

infinitief:
af­wam­sen
voltooid deelwoord:
af­wamst
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik wams af
du wamst af
he/se/dat wamst af
wi wamst af
ji wamst af
se wamst af
verleden:
ik wams af
du wamst af
he/se/dat wams af
wi wam­sen af
ji wam­sen af
se wam­sen af
voltooid:
ik heff af­wamst
du hest af­wamst
he/se/dat hett af­wamst
wi hebbt af­wamst
ji hebbt af­wamst
se hebbt af­wamst
conjunctief:
ik wams af
du wamst af
he/se/dat wams af
wi wam­sen af
ji wam­sen af
se wam­sen af
imperatief:
wams af!
wamst af!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + wamsen
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.