Uitspraak in het Plat: /ɛɪ̯ɡənzɪnɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: e·gen·sin·nig
egensinniger egensinnigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wees nich so egensinnig!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Egensinn + -ig